Review: Igorrr - Amen
In dit artikel:
Igorrr-voorman Gautier Serre levert met Amen (Metal Blade Records, 2025) opnieuw een onvoorspelbare plaat af waarin genres resoluut op de kop worden gezet. Serre blijft de creatieve motor: elektronische shockelementen en een constante beklemmende duisternis vormen het bindmiddel in een zorgvuldig georkestreerd muzikaal chaosexperiment waarin traditionele instrumenten en exotische klanken belangrijk blijven.
De coronapandemie veranderde de praktijk rond Igorrr fundamenteel. De tour voor Spirituality And Distortion (2020) en de bezetting vielen uiteen: grunter Laurent Lunoir weigerde vaccinatie en zangeres Laure Le Prunenec wilde minder toeren. Gitarist Martyn Clément bleef wel aan boord. Het resultaat is dat Igorrr van soloproject naar werkelijke band is geëvolueerd, met een stabiele kernbezetting en Serre aan het roer. Nieuw in de line‑up zijn onder anderen grunter JB Le Bail (ex‑Svart Crown) en drummer Remi Serafino (ook ex‑Svart Crown). Mezzosopraan Marthe Alexandre neemt vocale taken over van Le Prunenec; haar meer klassieke, ingetogen aanpak contrasteert met de theatraliteit van haar voorgangster, maar levert juist in rustige passages veel schoonheid op.
De plaat compenseert het vertrek van Laure deels met opvallende gastbijdragen. Lili Refrain voorziet meerdere nummers van oosterse kleuren en veelzijdig zangbereik, bassist Mike Leon, violist Timba Harris en gitaristen uit de Mr. Bungle‑hoek (Trey Spruance) en Scott Ian (Anthrax) geven extra textuur. Dat guest‑element is bij Igorrr altijd essentieel en op Amen functioneert het als verlengstuk van Serres visie.
De vooraf uitgebrachte singles geven een goed but beperkt beeld. ADHD is een ritmisch slagvaste, toch lastig te volgen exercitie die laat zien hoe Serre zijn ideeën loslaat; Blastbeat Falafel speelt speels met bas en oosterse smaak; Infestis opent met Tibetaanse dungchen en taiko‑trommels en markeert de zware, donkere kant van het album; Headbutt illustreert dat de vreemde experimenten intact blijven — inclusief geluiden die de grenzen van instrument en destructie vermengen. Andere tracks benadrukken de variatie: Daemoni en Pure Disproportionate Black And White Nihilism concentreren zich op zware riffs en woede-uitbarstingen (met JB prominent), terwijl Etude N°120 een kort, elegant instrumentaal intermezzo is. Limbo en vooral Ancient Sun (gedragen door Lili Refrain en koorzang) behoren tot de meest beklijvende momenten; theremin‑klanken en een in Nice opgenomen koor verdiepen de duistere sfeer. De afsluiter Silence bouwt van zachte piano naar een zwart middenstuk, waarin Marthe en Serre samen voor contrast zorgen.
Serres productie is hoogstaand: alles klinkt organisch en gerespecteerd, ongeacht hoe ongebruikelijk het instrument of de opnamemethode is (er zijn bijvoorbeeld geluiden van een gigantische roestige zaagblad‑gong en een koor opgenomen in Monastère de Cimiez). In vergelijking met Spirituality And Distortion is Amen serieuzer en doelgerichter; Igorrr klinkt toegankelijker zonder de kern van Serres experimentele ethos te verloochenen. Dat zal sommige fans van het vroege, circusachtige werk afstoten, maar voor wie openstaat voor een geconcentreerde, donkere en toch speels geëxperimenteerde plaat biedt Amen veel. Score van de recensie: 87/100 (Marc, 26 september 2025).